Basisbeginselen
Fotomanipulatie met Photoshop kan een uitdaging zijn, maar ook leuk! Als je de basisprincipes begrijpt, wordt het makkelijker om te leren hoe je professionele fotomanipulaties kunt maken. In deze rubriek leer je de basisbeginselen van Photoshop.
We gaan beginnen met de verschillende tools en hoe je deze kunt gebruiken om je foto’s te bewerken.
Installeer Photoshop
Als je net bent begonnen met het werken in Photoshop en je wilt experimenteren met de basisbeginselen voor fotomanipulatie, kun je een nieuwe installatie maken van Photoshop.
De laatste stabiele versie van Adobe Photoshop is 2021e. U kunt deze software downloaden via Adobe Creative Cloud of rechtstreeks van de Adobe-website. Zorg ervoor dat u alle vereiste stappen volgt om ervoor te zorgen dat uw installatie correct verloopt. Probeer ook Updates voor beveiligingsrisico’s en -correcties te achterhalen, alleen als soort preventieve maatregel.
Vervolgens is het tijd om nieuwe documenten te maken en hierin echt aan het werk te gaan! Voordat u begint, raadpleeg dan eerst alle hulpmiddelen die gebruikmaking van de precisietools in Photo shop mogelijk maken, zoals bijvoorbeeld verschillende selectiegereedschappen, schaaltransformatiemodus voor selecties, lagenmaskers en meer! Begin langzaam door simpele fotobewerking toe te passen op uw project, voordat u gaandeweg avanceerdere technieken probeert.
Open een foto in Photoshop
Het eerste wat u moet doen voordat je fotomanipulatie uitvoert is het openen van je foto in Photoshop. U kunt dit doen via het menu Bestand en de optie Openen. Ook kunt u de toetscombinaties Ctrl + O op Windows of Command + O op Mac gebruiken om een bestand te openen.
U ziet nu een scherm met alle bestandstypen waarop uw computer toegang heeft (als deze niet zichtbaar zijn, klik dan op Alle bestandstypes aan de bovenkant van het venster). Selecteer de juiste bestandstype (meestal jpeg) en nadat u op het bestand hebt geklikt, wordt er automatisch in Photoshop geopend.
In sommige gevallen kan één foto worden geopend in verschillende lagen, meestal als er informatie beschikbaar is over lagen in dat specifieke type fotobestand (bijvoorbeeld CRW-bestandsindeling voor Canon-foto’s). Als dit zo is, selecteer dan Nieuwe laag aanpassing of Nieuwe laagmasker om die extra lagen toe te voegen.
Als alles correct is, zult u de afbeelding nu volledig geopend zien in Photoshop en kunt u beginnen met manipuleren. Neem allereerst even de tijd om bekend te raken met het werkgebied door alle opties te bekijken die weergegeven worden in verschillende paletten zoals Lagen, Menging en Kanaalsopties daar waaruit je professioneel materiaal maakt.
Maak een nieuwe laag
Een laag is de basis van elke opzet voor fotomanipulatie. Het is een transparante plaat die u kunt toevoegen aan ofwel een nieuwe of bestaande afbeelding. Het heeft verschillende voordelen: het stelt u in staat om uw originele afbeelding ongewijzigd te houden, waardoor u later terug kunt gaan naar de oorspronkelijke versie; het biedt separatielagen met verschillende effecten, zoals filters en verscherping; en het stelt u in staat om meerdere lagen te combineren tot één, waardoor ongewone ideeën wordt gecreëerd.
Maak een nieuwe laag aan door naar de menu-opties ‘laag’ en ‘nieuwe’ te gaan. In het dialoogvenster wordt gevraagd naar de soort nieuwe laag die u wilt maken. U kiest voor “regulier”. Vervolgens zult u opnieuw worden gevraagd wat voor soort inhoud erin moet worden vervangen. Kies voor “transparant”, waarna een transparante plaatsvervangerknop zichtbaar wordt in de Layers-pallet bovenaan in Photoshop, wat betekent dat er nu een leeg canvas beschikbaar is dat klaar is voor modificaties.
Vanuit hier bent u erg creatief met essentiële basisonderdelen zoals filters, brush-sets en shapes die Photoshop biedt – experimenteer met verschillende opties op elke laag om effectieve fotomanipulaties te creëren!
Selecties maken
Photoshop is waarschijnlijk de meest populaire fotobewerkingssoftware ter wereld. Professionals en hobbyisten gebruiken het om verschillende soorten foto’s te bewerken. Een techniek die veel wordt toegepast is het maken van selecties. Dit is essentieel om professionele fotomanipulaties te maken.
In deze rubriek bekijken we wat selecties zijn. Ook hoe je deze maakt en gebruikt in Photoshop.
Gebruik de selectiegereedschappen
Er zijn veel verschillende selecties die je kunt maken met Photoshop. De meest gebruikte selectiegereedschappen zijn: lasso, magische wand, snelle selectie, geavanceerde selectie en selectie uithoeken. Al deze gereedschappen hebben hun eigen voor- en nadelen en het is belangrijk om te weten hoe ze werken voordat je ze gebruikt.
De Lasso-tool maakt het mogelijk om precies aan te geven wat er moet worden geselecteerd door middel van het trekken van een lijn om de objecten. Het levert echter meestal weinig consistente resultaten op, dus als je bepaalde punten of punten op basis daarvan wilt veranderen, is dit waarschijnlijk niet de beste optie voor je.
De Magic Wand-tool maakt het mogelijk om objecten te selecteren op basis van hun kleurbijnaamheid. Dit is meestal goed als je bestandenelementen gaat subtiel vervagen of zoomen totdat ze transparant worden (met een gladdere rand dan met Lasso).
Gebruik de Lasso-selectietool
De Lasso-selectietool is een van de handigste selectietools in Photoshop en kan helpen bij het maken van complexe selecties. Met de Lasso-tool kunt u ongedefinieerde paden maken die zeer nuttig zijn bij het selecteren van losse objecten met wisselende contouren, zoals uitlopers, haren, of kledingstukken met veel plooien.
Als je eerst de rand (outline) van het object traceert dat je wilt selecteren, begint Photoshop meteen te volgen waar je gaat. U kunt dwars over gaan om het pad aan te passen totdat u aankomt bij de startpunt en je selectie wordt afgesloten. U hoeft niet precies over de lijn te blijven als andere contouren of vormen meespelen – als u opnieuw begint in een ingewikkeld gebied, haalt Photoshop dat recht waardoor u perfecte resultaten verkrijgt.
Houd er rekening mee dat soms imperfecties in handgemaakte selecties fotomanipulaties nog realistischer kunnen maken – veel computertoepassingen introduceren foutloosheid in hun effectiviteit die soms visueel storend kan zijn. Blijf experimenteren met gemengde gereedschappen (mixed tools) om alle subtiele details en dynamiek toe te voegen die nodig zijn om professionaliteit te verstrekken.
Gebruik de selectiegeschiedenis
Een van de meest krachtige functies in Photoshop is “selectiegeschiedenis”. Deze functie stelt je in staat om selecties terug te draaien tot de exacte plek in je workflow waar ze begonnen. De selectiegeschiedenis helpt je werken te herstellen als er iets bijzonder belangrijks dat u eerder had aangepast verloren is gegaan en geeft u ook de volledige controle over het schilderen met selecties, aangepaste laagmaskers en dergelijke.
Het eerste wat je moet doen voordat je gaat werken met de selectiegeschiedenis, is ervoor zorgen dat het op de juiste manier is geactiveerd. Kies “Geschiednis” uit het menu “Venster” om naar het vak te navigeren, zoals hieronder wordt weergegeven:
U vindt hier alle recente handelingen die u hebt verricht binnen het document, aangegeven door de afbeelding van hun taak die aan elk detail wordt toegekend. U kunt verschillende handelingen markeren en ze uitvoeren of terugdraaien door eenvoudig dubbel te klikken op een datum of op een pictogram. De optie Selectiegeheugen stelt u ook in staat om specifieke acties toe te voegen aan de lijst zodra u selectietaken voltooit; als je per ongeluk iets overslaat, kun je altijd weer teruggaan en toevoegingen maken wanneer nodig. |
Lagen en maskers
Photoshop fotomanipulaties vereisen kennis van enkele basis principes. Lagen en maskers kunnen worden gebruikt voor complexe fotomanipulaties. Waarom deze technieken gebruiken en hoe ermee aan de slag?
In deze paragraaf gaan we in op het gebruik van lagen en maskers in Photoshop. We bekijken de voordelen en hoe je ermee aan de slag kan.
Maak een nieuwe laag
Een nieuwe laag maken is het eerste wat je moet doen voordat je aan de slag gaat in Photoshop. Een laag stelt je in staat om details, tekst, beelden en/of kleuren toe te voegen of te verwijderen zonder de oorspronkelijke inhoud van de foto of afbeelding permanent aan te passen. Als je met meerdere lagen werkt, geef je opmerkelijke effecten weer terwijl je uiteindelijk nog steeds met hetzelfde bestand kunt werken.
Er zijn twee manieren om een nieuwe laag in Photoshop toe te voegen: manueel of via het snelle menu.
Manueel toevoegen: Klik op het ‘Lagen’ pictogram (een linkervierkant met een schaar eroverheen) onder Floating Menus in de linkerbovenhoek van elke lay-out; selecteer ‘Nieuwe laag’ en bevestig dit door op ‘OK’ te klikken.
Voorbeeldmenu maken: Sleep middels de Shift# toets en selecteer alle lagen die je nodig hebt om uitgebreidere manipulaties in elkaar te plakken – als voorbereiding op speciale effect-lagen – en selecteer dan rechtsboven links boven iedere laag ‘Laag samengesteld’ om al jouw selecties snel samenvoegt tot één heldere, gemakkelijk aanpasbare nieuwe laag (samengestelde laag).
Vaak gebruiken professionele fotografische manipulaties maskers om specifieke delen van eenzelfde afbeelding afzonderlijk aan te passingen behoudens hun originele context intact houdend. Maskers help bij het tussen verschillende lagen navigeren, zodat objectswedstrijden en complexe proportionele verandering zoals neuskolommarredactie gemakkelijk wordt uitgevoerd binnen eenzelfde probleemlaag weerhoudend cq registrerend minimaal schade aan de oorspronkelijke frase/tekstuur cq tonaliteit ervan derhalve!
Maak een laagmasker
Een laagmasker is een krachtig hulpmiddel voor professionele fotobewerking als je wilt dat de achtergrond of de persoonlijke bewerkingen in je foto onzichtbaar blijven. Met behulp van een laagmasker kunt u deze lagen verbergen zonder het ongedaan maken van alle wijzigingen die u tot nu toe hebt aangebracht, dus met de functie Laagmasker hebben we een manier om ervoor te zorgen dat alleen bepaalde gedeeltes worden bewerkt.
Het maken van laag- en maskers is niet moeilijk, maar voordat u begint moet u ervoor zorgen dat u vertrouwd bent met Photoshop’s bedieningspaneel. De bedieningstoets om nieuwe maskers en lagen toe te voegen vindt u onder “Lagen” bovenin op het scherm. Klik hiervoor eenvoudig op het icoon voor “Nieuw” (het blauwe vierkant). Vervolgens wordt er een venster geopend waarin je maskers en lagen kan toevoegen door op “Laagmasker toevoegbus te klikken”. Dit open een venster met opties waarin je vervolgens verschillende typemaskers, zoals schuifregelaars of gecombineerd met kleurkanalemaskers kan selecteren. De meeste fotobewerkers kiezen opties die makkelijk te bedieneren zijn, zoals invullmasks, wit/zwart-leesmasks of masks gebaseerd op afgeperste selecties.
Selecteer vervolgens alle Pixel-bedelingselementendie reeds in het scherm aanwezig waren om bewerkingseenhedentoe te voegen; telkens als we iets toevoegden in de crème of iets veranderden in de oorspronkelijke compositiefoto, moet dit toegevoegd worden zodat alle lagen bijgewerkt worden gedaan naarmate uitwisselingen van lagen plaatsvinden we doormiddel van laaghericht bewerken op dezelfde vlak mee te roebbel totaal. Als laatste stap moet dit laaggerichte proces verkrijgen worden das uitvoeren moet met enterugmethodemasorieseenlayeronthulling toegepast worden totdat je aan naam ook dat ingerde bezie tne tlading const of hogere exactheid te bieden na dat tabel goedgekeurd deven gefiguren het in laag gordes om het volledig le tuinene dipersonaliteitsberekeninge sappvilde om aan kook het niveau scherm naar ky functiaan scherm mogelijkheden doormiddel tot merge windowst oveneengesynchroniseerde eenvoudiger fnducimertlikprakt specialisede ballandccom/screenkiastakelogyomdellalmactoinbiightruecoroperayionsentermethodesyndotaodeszoomenmanuellyscviewablemalaklyopesandediloledwhilescysoneea.
Pas laagstijlen toe
Laagstijlen zijn visuele effecten die worden toegepast op lagen. U kunt laagstijlen gebruiken om bepaalde stukken van een pas te isoleren en deze onafhankelijk van elkaar te verfraaien met schaduwen, gloed of andere visuele effecten. Om een laagstijl toe te passen, maakt u eerst een nieuwe laag en voegt hierin stukjes van de originele afbeelding toe die u wilt aanpassen.
Voordat u daadwerkelijk de laagstijl toepast, heeft u verschillende opties om mee te experimenteren. U kunt bijvoorbeeld de gradiënt aanpassen die wordt gebruikt met behulp van de vervolgkeuzelijsten binnen het gratis filter paneel dat standaard in Photoshop is geïnstalleerd. U kunt ook instellingen wijzigen die de vervaging, lichteffect, schaduw en reliëf bepalen. Tenslotte kunnen lagenmaskers worden gebruikt om het bereik waarin eigenschappentransformaties wordt toegepast in te perken. Maskers maken het mogelijk om instellingseffecten voor specificer bereiken toe te laten dan is bedoeld met behulp van normale controles voor lagenopmaak.
Naast het simpelweg selecteren wat moet wordene aangepast, kan dit proces verder worden gestroomlijnd door bestandsgroepoptie en layer comps. U kunt bestandgroepoptie gebruiken om meerdere layers selecteren binnen definieërd bereik. Layer comps maken met behulp,van geavanceerde scripts simulaties met lagen mogelijk en helpen geavanceerder toepassen effecten transformaties consistent over verschillende bestanden groepen toe te passen.
Fotomanipulatie
Fotomanipulatie is een techniek die gebruikt wordt door fotografen. Het verfraait en perfectioneert hun foto’s. Van kleurverbetering tot speciale effecten, alles is mogelijk. Photoshop is de meest populaire software om dat te bereiken.
In deze rubriek wordt er dieper ingegaan op hoe je met Photoshop professionele fotomanipulaties kunt maken.
Pas kleurcorrecties toe
Het aanpassen van kleur in Photoshop is een uitstekende manier om de verfijning en het realisme van een afbeelding te verhogen. In dit artikel leer je wat kleurcorrectie is en hoe je professionele resultaten kunt behalen door stappen te volgen die verder gaan dan ‘een laagje saturatie toevoegen’.
Kleurcorrecties zijn technieken waarmee je deels of geheel de kleur van je afbeelding aanpast. Afhankelijk van het beeld dat je wilt creëren, kun je kiezen uit drie hoofdcategorieën: tonemapping, afwijking en lokale correctie. Weet dat elke methode wordt gebruikt voor verschillende fotomanipulaties.
Tonemapping: Gebruik tonemapping als je eenzelfde beeldverwerkingstechnologische look wilt bereiken als in HDR-foto’s. Door de helderheid, contrast en verzadiging ervan te regelen, combineert tonemapping verschillende opnames om effecten met een hoge literatuur te creëren met Photoshop.
Afwijking: Wat gebeurt er als iemand puntlichtbronnen of neonlichten uitbeeldt? Dan moet hij rekening houden met far checkering die veel zichtbaarder wordt bij lange sluitertijden of hoge ISO-waarden. Afwijking filtertechnologie maakt het mogelijk dit effect terug te draaien zodat de uiteindelijke foto nauwkeuriger licht weergeeft. De meest populaire tool hiervoor is Gradient Map waarmee problematische delen gemakkelijk kunnen worden bewerkt/aangepast tot ze meer vloeiend ogen en betere resultaten opleveren.
Lokale correcties: Deze techniek is handig als u automatisch door Photoshop toegepaste effect wil annuleren of juist versterken voor specifieke onderdelen van een afbeelding – denk aan schaduwen die organischer ogen na overdoorgang van hue/saturation-filter, glansversterking voor borduursels enzovoorts … U geeft toe wat gedaan moet wordenhulp selectievooulramers om delne goed in tp schietne voorda et naar Layer Mask gaat alhoewel er vere alternatieve selectiemogliekhhedtn zijn zoalsRGB painted selecteurRefineEdge elseelectorinPhotoshopCS6etc.
Gebruik filters
Foto-effecten of filters kunnen worden gebruikt om de somberheid van een foto te verminderen of om een sprankelende, kleurrijke stijl toe te voegen. Er zijn twee hoofdtypen effecten die gebruikers kunnen toepassen, zodat zij de look en feel van hun beeld kunnen aanpassen: elektronische effecten en optische effecten.
Elektronische effectfilters maken gebruik van software waarmee fotografie-experts tint, textuur en het contrast van een foto’s kunnene aanpassen. Mogelijkhedeen met betrekking tot elektronische filter zijn onder andere het omdraaijen of spiegelbeeld maken van eafoto; identieke of verschillende lagen toevoegne; beeldinclusief papier overtrekken; schaduwen toevoge; en zoomberekening bij wazigheid.
Opticale filter getalteer daarnaast in optische lenzen die door fotografenteams worde schoot om scherpte en belichtingte verbeteren tijdens het opnameproces. Deze lenzen machen gebruik in specialise optica technologien zoals polarisatiefilters , neutrale dichtheidsfilters , UVoof IR-filters , variabele filters , lichtkring filtersparendefilters etc.
Bovenstaande twee types videfilters machen image makers’ levens makkelijker door hen toe te staan om meer creatieve resultaten te bereiken met behulpvan hun apparatuurkwaliteitsscherm – ze beïnvloeden beide de kleuren en tonale waarden in efotosubject door slechts één dia op te stellen! Met behulp cameraspecialistiemen kan de modus instelven, zodat er mogelijkhedensew aer besteld persoonlich jeuipgement combinationskan wordne bereikt voor daterug naar rapportagefotobewerking is virtualistiek gerightefotos reportageringsvoorzarened faorsers datareekses oploeven!
Voeg tekst toe
Het toevoegen van tekst aan een foto is een geweldige manier om je foto’s naar een hoger niveau te tillen. Je kan ervoor kiezen om de tekst toe te voegen als een opvallend element of op een manier dat er interessante samenhang ontstaat tussen de afbeelding en de boodschap. Dit kan op verschillende manieren worden gedaan, afhankelijk van wat u probeert over te brengen. Hier zijn enkele basisstappen om u te helpen bij het werken met tekst in Adobe Photoshop: 1. Open uw afbeelding in Photoshop en selecteer het Tekentools-venster door op hetzelfde icoon bovenaan uw scherm (T) te klikken. 2. Nadat het venster is geopend, selecteert u vervolgens “Tekst” in het menu bovenaan dat verschijnt. Deze maakt het mogelijk om cartoonachtig geschreven of pixellook typografie toe te voegen aan uw afbeelding voor professionele resultaten met luxe detail. 3. Kies nu welke stijl, fontgrootte en lettertype u wilt gebruiken (u vindt talloze opties in de menu’s bovenin). U kunt ook extra functies zoals kleurverloop, schaduwen en opslag activeren voor meer visuele effectiviteit en dynamischheid. 4. Als je meteen iets wilt schrijven – typ gewoon wat je wilt in Die venster – zowel losse woordjes als bredere volzinnen – Afhankelijk van de stijl die je maakte – Open nu vervolgens Maskerbron-instellingomarmikken toe aan elke lettertypeindeling die je maakte met losse woordjes of volzinnengroothedenaantalachtergrondkleuroptiesdie online beschikbaar zijn – voelje vrijom veel combinatiestestdoe vaareffectieve resultatenoptereikeurdebibliotheekmetprofessioneele functieszoalsrasterbevelingeembossingeennabewerkingrandomiseren zoomuitfadeinsmeervooruniverseedrukcreatief .
5. Gebruik tweemaal Ctrl+T om de grootte of oriëntatie van je typografische element aan te passen voor effectieve resultaten op uw afbeeldingen, beleef critic van su cintentie in vesting om tekst op basis van helder te bolletje beginnet technyonexpresfectieluk.
6 Tenslotte sla dan je afbeelding op volgens jouw voorkeuren door middel van Save As vervolgens Of Klik op Opslaan-knop topt bestandmenu. Voel je vrij omt veilig meerdere versies Fotomanipulatiefiles opslaan, ZodatU teruggaanaud Bij eventuelemakenveranderingenvolledige controleebehoudENpriveactiviteitgeheugenkiesconfoffob1latebehoud;
Afbeeldingen exporteren
Twijfel je of je professionele fotomanipulaties kan maken met Photoshop? Geen zorgen! Het is een intuïtief en krachtig programma. Iedereen kan het leren.
In deze rubriek laten we zien hoe je fotomanipulaties maakt. Ook hoe je de afbeeldingen exporteert. Let’s go!
Exporteer afbeeldingen naar verschillende formaten
Zodra je hebt afgerond met het bewerken van je foto’s in Photoshop, moet je ervoor zorgen dat je de afbeeldingen op de juiste manier exporteert zodat ze geschikt zijn voor publicatie of gebruik. Anders riskeer je een kwaliteitsverlies van de afbeelding en het gewenste visuele effect. Er zijn verschillende veelvoorkomende bestandsformaten, waarmee Photoshop u kan helpen bij het selecteren van de juiste optie voor uw behoeften. Hieronder vindt u een overzicht van de basisopties:
JPEG is een lossy-bestandsformaat dat wordt gebruikt om foto’s te comprimeren met verliesdeling, waardoor digitale afbeeldingen kunnen worden verkleind om gemakkelijk op te slaan en bij te houden. Het biedt echter ook minder opties voor bewerking dan andere bestandstypes, dus heeft meestal niet veel nut als u professionele manipulaties nodig heeft.
PNG, of Portable Network Graphics, is ees populair formaat omdat het geavanceerdere compressiemogelijkheden biedtdan JPEG-bestandstypen. Het formaat natively ondersteunt transparantie met hoge kwaliteit en verliesloze compressie; hiermee is PNG ideaal als u giften wilt maken of specifieke fotorasterniveauaanpassingen wilt toepasssen. Beide JPEG en PNG zijn veelvoorkomend op websites dankzij verschillende toepassingstypen; er zijn geavanceerdere opties die meer ondersteuning biedend aan kleurprofieln maar Dit bestandsformaat consumeert meestal meer ruimte dan GIFs of JPEG’s.
GIF’s ontstonden als clipart of platformonafhankelijke grafische media door HTML-codes toe te voegende om scenariospecifieke berichten over te brengnen naar webpagina’s – maar kan nu in feite meerdere frames bevatten zoals animaterafbeeldnigen of slide show presentaties om interactieve inhoud te maken zoals gifjes etc.. Hoewel GIF niet zo’n goed compressieformaat is als andere formattypen (hierdoor neemtt hij snel opslagruimte in beslag) is dit type bestand wel primordial voor interactieve visuals op web appplicaties omd altijd stropgif mooi rastergeleiders lateng behouwen.
Pas afbeeldingsinstellingen aan
Als u een foto wilt exporteren voor gebruik op webpagina’s of in andere publicaties, kunt u de afbeeldinginstellingen moeten aanpassen. Als u dit niet doet, kan de afbeelding erg groot zijn en heeft uw website of drukwerkformat langer nodig om te laden. Er zijn vier instellingen die u moet overwegen bij het exporteren van een afbeelding in Photoshop: formaat, bestandsgrootte, kwaliteit en resolutie.
Formaat: Dit bepaalt hoe de afbeelding wordt opgeslagen. Er zijn veel verschillende opties zoals JPG, GIF, TIF en PNG; elk type bestand is bedoeld voor verschillende toepassingen. Laadtijd is hier belangrijk omdat sommige typbestanden sneller laden dan andere; bijvoorbeeld JPG-bestanden worden meestal sneller geladen dan TIF-bestanden.
Bestandsgrootte: Deze instelling bepaalt hoeveel ruimte het bestand nodig heeft om op te slaan (of te downloaden). U kunt dit spanningsgebied instellen door de pixels per inch ingesteld op 72 te houden. Houd er rekening mee dat hogere instelling meer detail toevoegt aan de afbeelding maar ook de bestandsgrootte vergroot.
Kwaliteit: Kies eenvoudigweg ‘hoog’ of ‘optimaal’ voor elke afbeelding voordat je gaat exporteren!
Resolutie: Hogere resoluties betekenen meer details waardoor u steeds scherper wordende foto’s krijgt bij verandering van schaal of vergroting van foto’s; we raden aan om 150-300 ppi te gebruiken in combinatie met dpi-waarden zoals 72 ppi voor printtoepassing en/of webtoepassing. Maar als je fotogooting veel details vereist zoals logo’s en vectorafbeeldingen ga dan je DPI verhogen tot 600 als je drukt of 300 als je online gebruik maakt van eigen beeldmateriaal..
Exporteer naar een extern bestand
Als u uw afbeelding hebt gemaakt en klaar bent om deze op te slaan, gaat u naar “Bestand” en selecteert u “Afbeelding opslaan als” in de dropdown-menu’s. Photoshop biedt tal van formaten voor het opslaan van afbeeldingen, waaronder GIF, TIFF, JPEG en PNG.
Nadat u het bestandsformaat hebt gekozen dat moet worden opgeslagen kunt u de opties hoogte x breedte weergeven (in pixels) selecteren vervolgens veelgebruikte parameterinstellingen configureren, zoals compressieverhoudingen of voorinstellingen. U kunt ook een lossless-formaat zoals PNG kiezen als alternatief voor het standaard JPG-formaat, wat iets meer opslagruimte vergt maar geen verlies aan beeldkwaliteit met zich meebrengt.
Veel Gestelde Vragen
1. Wat is het belang van fotomanipulaties?
Fotomanipulaties zijn belangrijk omdat ze de kwaliteit van foto’s kunnen verbeteren en creatieve mogelijkheden bieden om een beeld naar wens aan te passen.
2. Wat is nodig om professionele fotomanipulaties in Photoshop te maken?
Om professionele fotomanipulaties in Photoshop te maken, heb je een goede kennis van de software nodig, evenals creativiteit en vaardigheden in fotobewerking en -manipulatie.
3. Welke technieken kunnen worden gebruikt voor fotomanipulaties in Photoshop?
Enkele veelgebruikte technieken voor fotomanipulatie in Photoshop zijn beeldcompositie, selecties en maskeringen, belichting en kleuraanpassingen, en het gebruik van lagen en laagstijlen.
4. Hoe kan ik mijn fotomanipulatie werk verbeteren?
Je kunt je fotomanipulatiewerk verbeteren door middel van praktijk, het bestuderen van waardevolle tutorials en het blijven experimenteren met verschillende technieken en stijlen.
5. Hoeveel tijd kost het maken van een professionele fotomanipulatie?
De tijd die nodig is om een professionele fotomanipulatie te maken, hangt af van de complexiteit en het niveau van detail dat je wilt bereiken. Het kan variëren van enkele uren tot enkele dagen werk.
6. Kan ik mijn fotomanipulaties beschermen tegen misbruik of diefstal?
Ja, je kunt je fotomanipulaties beschermen tegen misbruik of diefstal door een watermerk of handtekening aan je werk toe te voegen en de juiste auteursrechtelijke bescherming toe te passen.